Het juiste voer voor je binnenkat: waar moet je op letten?

Voedingsbehoeften van binnenkatten

Binnenkatten bewegen doorgaans minder dan buitenkatten, maar dat betekent niet dat ze minder goede voeding nodig hebben. Katten zijn obligate carnivoren – hun lichaam is gebouwd om voedingsstoffen uit dierlijke eiwitten te halen. Een gezond dieet bestaat uit een hoog gehalte aan eiwitten, een gematigd vetgehalte en zo weinig mogelijk koolhydraten. Let bij het kiezen van een voer op de levensfase (kitten, volwassen, senior of drachtig) en controleer of het voldoet aan de voedingsnormen van de AAFCO; die richtlijnen garanderen dat het voedsel “compleet en uitgebalanceerd” is.

Water is minstens zo belangrijk. Droogvoer bevat slechts 6–10 % vocht, terwijl natvoer minimaal 75 % vocht bevat. Daarom kiezen veel baasjes voor een mix van nat- en droogvoer, zodat hun kat voldoende vocht binnenkrijgt en tegelijkertijd iets te knabbelen heeft.

Welk type voer kies je: nat, droog of een combinatie?

Iedere kat heeft haar voorkeur. Droogvoer is makkelijk omdat het niet bederft en de kat kan kiezen wanneer ze eet. Natvoer is geuriger en helpt om blaas- en nierproblemen te voorkomen doordat het meer vocht bevat. Uit onderzoek blijkt dat binnenkatten profijt hebben van natvoer vanwege het hogere vochtgehalte. Je kunt ook “semi‑moist” varianten proberen, maar let op het suikergehalte.

Kies altijd voer waarin vlees of vis als eerste ingrediënten vermeld staan op de verpakking. De ingrediëntenlijst wordt volgens gewicht gerangschikt; staat vlees bovenaan, dan bevat het voer waarschijnlijk voldoende dierlijke eiwitten. Combineer verschillende smaken of merken om te voorkomen dat je kat kieskeurig wordt.

Snacks en beloningen

Snacks zijn ideaal om je kat te verwennen of te belonen tijdens training. Geef ze wel met mate: dierenartsen adviseren snacks te beperken tot 10–15 % van de dagelijkse calorie‑inname. Vermijd rauw vlees of vis en melkproducten; rauw vlees kan ziekteverwekkers zoals toxoplasmose overbrengen en melk kan diarree veroorzaken. Katten houden van gekookte kip, speciale kattensnacks of kattenkruid. Gebruik snacks bij voorkeur als beloning tijdens korte trainingssessies of om je kat te lokken naar een krabpaal.

Uit recent onderzoek blijkt dat puzzelvoeders (bijvoorbeeld een voerbal of een voerpuzzel) niet alleen overgewicht tegengaan maar ook verveling verminderen. Je kat moet werken voor haar voedsel, wat haar mentale stimulatie geeft en haar natuurlijke jachtinstinct aanspreekt.

Voeromgeving en routine

Zorg voor een rustige voederplaats, weg van de kattenbak en drukke looproutes. Katten eten het liefst ongestoord; lawaai of een vieze voerbak kunnen aanleiding zijn om eten te laten staan. Houd het gewicht van je binnenkat goed in de gaten; obesitas is het meest voorkomende voedingsgerelateerde probleem bij katten. Vraag je dierenarts om een ideaal gewicht en pas de porties aan als je kat te dik wordt.

Een vaste routine helpt om stress te verminderen. Geef meerdere kleine porties per dag of gebruik een automatische voerdispenser. Varieer de locatie van de voerbakken om beweging te stimuleren, bijvoorbeeld door er eentje hoger te plaatsen zodat je kat moet springen.